Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Als de driehonderd met de bazuinen bliezen, zo [38]zette de HEERE het zwaard des [39]een tegen den anderen, en [dat] in het ganse leger; en het leger vluchtte tot [40]Beth-sitta toe naar Tseredath, tot aan de [41]grens van Abel-mehola, boven Tabbath. 38. Dat is, beschikte. 39. Hebreeuws, des mans tegen zijn naasten, of metgezel; dat is, de Heere beschikte dat zij elkander, als vijanden, door verbaasdheid op het lijf vielen en ombrachten. 40. Uit het dal waar zij waren gelegerd geweest, langs het gebergte naar de Jordaan, en weder langs de Jordaan landwaarts in; waar Abel-Mehola en Tabbath lagen in Manasse. Zie van Abel-Mehola 1 Kon.4:12, en 1 Kon.19:16. 41. Hebreeuws, lip.